Vervoeging van wieroken

Er is helaas geen Engelse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik wierook
    • jij wierookt
    • hij/zij/het wierookt
    • wij wieroken
    • jullie wieroken
    • zij wieroken
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik wierookte
    • jij wierookte
    • hij/zij/het wierookte
    • wij wierookten
    • jullie wierookten
    • zij wierookten
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb gewierookt
    • jij hebt gewierookt
    • hij/zij/het heeft gewierookt
    • wij hebben gewierookt
    • jullie hebben gewierookt
    • zij hebben gewierookt
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had gewierookt
    • jij had gewierookt
    • hij/zij/het had gewierookt
    • wij hadden gewierookt
    • jullie hadden gewierookt
    • zij hadden gewierookt
  • Toekomende tijd I

    • ik zal wieroken
    • jij zult wieroken
    • hij/zij/het zal wieroken
    • wij zullen wieroken
    • jullie zullen wieroken
    • zij zullen wieroken
  • Toekomende tijd II

    • ik zal gewierookt hebben
    • jij zult gewierookt hebben
    • hij/zij/het zal gewierookt hebben
    • wij zullen gewierookt hebben
    • jullie zullen gewierookt hebben
    • zij zullen gewierookt hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou wieroken
    • jij zou wieroken
    • hij/zij/het zou wieroken
    • wij zouden wieroken
    • jullie zouden wieroken
    • zij zouden wieroken
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben gewierookt
    • jij zou hebben gewierookt
    • hij/zij/het zou hebben gewierookt
    • wij zouden hebben gewierookt
    • jullie zouden hebben gewierookt
    • zij zouden hebben gewierookt
  • Imperatief

    • jij wierook
    • jullie wierookt