Vervoeging van wieuwen

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik wieuw
    • jij wieuwt
    • hij/zij/het wieuwt
    • wij wieuwen
    • jullie wieuwen
    • zij wieuwen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik wieuwde
    • jij wieuwde
    • hij/zij/het wieuwde
    • wij wieuwden
    • jullie wieuwden
    • zij wieuwden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb gewieuwd
    • jij hebt gewieuwd
    • hij/zij/het heeft gewieuwd
    • wij hebben gewieuwd
    • jullie hebben gewieuwd
    • zij hebben gewieuwd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had gewieuwd
    • jij had gewieuwd
    • hij/zij/het had gewieuwd
    • wij hadden gewieuwd
    • jullie hadden gewieuwd
    • zij hadden gewieuwd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal wieuwen
    • jij zult wieuwen
    • hij/zij/het zal wieuwen
    • wij zullen wieuwen
    • jullie zullen wieuwen
    • zij zullen wieuwen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal gewieuwd hebben
    • jij zult gewieuwd hebben
    • hij/zij/het zal gewieuwd hebben
    • wij zullen gewieuwd hebben
    • jullie zullen gewieuwd hebben
    • zij zullen gewieuwd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou wieuwen
    • jij zou wieuwen
    • hij/zij/het zou wieuwen
    • wij zouden wieuwen
    • jullie zouden wieuwen
    • zij zouden wieuwen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben gewieuwd
    • jij zou hebben gewieuwd
    • hij/zij/het zou hebben gewieuwd
    • wij zouden hebben gewieuwd
    • jullie zouden hebben gewieuwd
    • zij zouden hebben gewieuwd
  • Imperatief

    • jij wieuw
    • jullie wieuwt