Vervoeging van will
Onbepaalde wijs (infinitief): to will
Engels
Nederlands
Present
- I will
- you will
- he/she/it wills
- we will
- you will
- they will
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik zal
- jij zult
- hij/zij/het zal
- wij zullen
- jullie zullen
- zij zullen
Simple past
- I willed
- you willed
- he/she/it willed
- we willed
- you willed
- they willed
Onvoltooid verleden tijd
- ik zou
- jij zou
- hij/zij/het zou
- wij zouden
- jullie zouden
- zij zouden