Vervoeging van zwaaien

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik zwaai
  • jij zwaait
  • hij/zij/het zwaait
  • wij zwaaien
  • jullie zwaaien
  • zij zwaaien

Present

  • I trend
  • you trend
  • he/she/it trends
  • we trend
  • you trend
  • they trend

Onvoltooid verleden tijd

  • ik zwaaide
  • jij zwaaide
  • hij/zij/het zwaaide
  • wij zwaaiden
  • jullie zwaaiden
  • zij zwaaiden

Simple past

  • I trended
  • you trended
  • he/she/it trended
  • we trended
  • you trended
  • they trended

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gezwaaid
  • jij hebt gezwaaid
  • hij/zij/het heeft gezwaaid
  • wij hebben gezwaaid
  • jullie hebben gezwaaid
  • zij hebben gezwaaid

Present perfect

  • I have trended
  • you have trended
  • he/she/it has trended
  • we have trended
  • you have trended
  • they have trended

Voltooid verleden tijd

  • ik had gezwaaid
  • jij had gezwaaid
  • hij/zij/het had gezwaaid
  • wij hadden gezwaaid
  • jullie hadden gezwaaid
  • zij hadden gezwaaid

Past perfect

  • I had trended
  • you had trended
  • he/she/it had trended
  • we had trended
  • you had trended
  • they had trended

Toekomende tijd I

  • ik zal zwaaien
  • jij zult zwaaien
  • hij/zij/het zal zwaaien
  • wij zullen zwaaien
  • jullie zullen zwaaien
  • zij zullen zwaaien

Future

  • I will trend
  • you will trend
  • he/she/it will trend
  • we will trend
  • you will trend
  • they will trend

Toekomende tijd II

  • ik zal gezwaaid hebben
  • jij zult gezwaaid hebben
  • hij/zij/het zal gezwaaid hebben
  • wij zullen gezwaaid hebben
  • jullie zullen gezwaaid hebben
  • zij zullen gezwaaid hebben

Future perfect

  • I will have trended
  • you will have trended
  • he/she/it will have trended
  • we will have trended
  • you will have trended
  • they will have trended

Conditionalis I

  • ik zou zwaaien
  • jij zou zwaaien
  • hij/zij/het zou zwaaien
  • wij zouden zwaaien
  • jullie zouden zwaaien
  • zij zouden zwaaien

Conditional present

  • I would trend
  • you would trend
  • he/she/it would trend
  • we would trend
  • you would trend
  • they would trend

Conditionalis II

  • ik zou hebben gezwaaid
  • jij zou hebben gezwaaid
  • hij/zij/het zou hebben gezwaaid
  • wij zouden hebben gezwaaid
  • jullie zouden hebben gezwaaid
  • zij zouden hebben gezwaaid

Conditional perfect

  • I would have trended
  • you would have trended
  • he/she/it would have trended
  • we would have trended
  • you would have trended
  • they would have trended

Imperatief

  • jij zwaai
  • jullie zwaait

Imperative

  • you trend
  • you trend

Verwijzingen

Bekijk 3 definitie(s) van zwaaien