Vervoeging van zweren
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het zweert
- zij zweren
Present
- he/she/it pledges
- they pledge
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het zwoor
- zij zworen
Simple past
- he/she/it pledged
- they pledged
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft gezworen
- zij hebben gezworen
Present perfect
- he/she/it has pledged
- they have pledged
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had gezworen
- zij hadden gezworen
Past perfect
- he/she/it had pledged
- they had pledged
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal zweren
- zij zult zweren
Future
- he/she/it will pledge
- they will pledge
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal gezworen hebben
- zij zult gezworen hebben
Future perfect
- he/she/it will have pledged
- they will have pledged
Conditionalis I
- hij/zij/het zal zweren
- zij zullen zweren
Conditional present
- he/she/it would pledge
- they would pledge
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben gezworen
- zij zullen hebben gezworen
Conditional perfect
- he/she/it would have pledged
- they would have pledged