Betekenis van:
zweren

zweren
Werkwoord
  • een eed afleggen
"zweren dat je de waarheid spreekt"
"bij hoog en bij laag zweren"

Hyperoniemen

zweren
Werkwoord
  • een eed afleggen
"Hij zwoer een eed op de grondwet."
zweren
Werkwoord
  • het infectieproces van een wond, etteren
"Ondanks medicatie zwoor die wond nog wekenlang."
zweren
Werkwoord
  • als eed of onder ede bevestigen, verklaren

Hyperoniemen

zweer (de ~ | meervoud zweren)
Zelfstandig naamwoord
  • gezwel op huid- of slijmvliesweefsel
"een rijpe zweer"
"een zweer aan de [vinger/maag/darm]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord