Vervoeging van zweten

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik zweet
  • jij zweet
  • hij/zij/het zweet
  • wij zweten
  • jullie zweten
  • zij zweten

Present

  • I perspire
  • you perspire
  • he/she/it perspires
  • we perspire
  • you perspire
  • they perspire

Onvoltooid verleden tijd

  • ik zweette
  • jij zweette
  • hij/zij/het zweette
  • wij zweetten
  • jullie zweetten
  • zij zweetten

Simple past

  • I perspired
  • you perspired
  • he/she/it perspired
  • we perspired
  • you perspired
  • they perspired

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gezweet
  • jij hebt gezweet
  • hij/zij/het heeft gezweet
  • wij hebben gezweet
  • jullie hebben gezweet
  • zij hebben gezweet

Present perfect

  • I have perspired
  • you have perspired
  • he/she/it has perspired
  • we have perspired
  • you have perspired
  • they have perspired

Voltooid verleden tijd

  • ik had gezweet
  • jij had gezweet
  • hij/zij/het had gezweet
  • wij hadden gezweet
  • jullie hadden gezweet
  • zij hadden gezweet

Past perfect

  • I had perspired
  • you had perspired
  • he/she/it had perspired
  • we had perspired
  • you had perspired
  • they had perspired

Toekomende tijd I

  • ik zal zweten
  • jij zult zweten
  • hij/zij/het zal zweten
  • wij zullen zweten
  • jullie zullen zweten
  • zij zullen zweten

Future

  • I will perspire
  • you will perspire
  • he/she/it will perspire
  • we will perspire
  • you will perspire
  • they will perspire

Toekomende tijd II

  • ik zal gezweet hebben
  • jij zult gezweet hebben
  • hij/zij/het zal gezweet hebben
  • wij zullen gezweet hebben
  • jullie zullen gezweet hebben
  • zij zullen gezweet hebben

Future perfect

  • I will have perspired
  • you will have perspired
  • he/she/it will have perspired
  • we will have perspired
  • you will have perspired
  • they will have perspired

Conditionalis I

  • ik zou zweten
  • jij zou zweten
  • hij/zij/het zou zweten
  • wij zouden zweten
  • jullie zouden zweten
  • zij zouden zweten

Conditional present

  • I would perspire
  • you would perspire
  • he/she/it would perspire
  • we would perspire
  • you would perspire
  • they would perspire

Conditionalis II

  • ik zou hebben gezweet
  • jij zou hebben gezweet
  • hij/zij/het zou hebben gezweet
  • wij zouden hebben gezweet
  • jullie zouden hebben gezweet
  • zij zouden hebben gezweet

Conditional perfect

  • I would have perspired
  • you would have perspired
  • he/she/it would have perspired
  • we would have perspired
  • you would have perspired
  • they would have perspired

Imperatief

  • jij zweet
  • jullie zweet

Imperative

  • you perspire
  • you perspire

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van zweten