Betekenis van:
benumbed

benumbed
Bijvoeglijk naamwoord
    • having lost or been caused to lose interest because of overexposure
    "the benumbed intellectual faculties can no longer respond"

    Synoniemen

    benumbed
    Bijvoeglijk naamwoord
      • lacking sensation

      Synoniemen

      Werkwoord


      Voorbeeldzinnen

      1. My hand are benumbed with cold.