Betekenis van:
bus
bus
Zelfstandig naamwoord
- voertuig; auto in slechte staat van onderhoud
- a car that is old and unreliable
"the fenders had fallen off that old bus"
Synoniemen
Hyperoniemen
bus
Zelfstandig naamwoord
- auto in slechte staat van onderhoud
- a car that is old and unreliable
"the fenders had fallen off that old bus"
Synoniemen
Hyperoniemen
bus
Zelfstandig naamwoord
- oude piano
- a car that is old and unreliable
"the fenders had fallen off that old bus"
Synoniemen
Hyperoniemen
bus
Zelfstandig naamwoord
- autobus uit vroeger tijden
- a vehicle carrying many passengers; used for public transport
"he always rode the bus to work"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
bus
Zelfstandig naamwoord
- bus met twee verdiepingen
- a vehicle carrying many passengers; used for public transport
"he always rode the bus to work"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
bus
Zelfstandig naamwoord
- autobus; voertuig voor groepsvervoer
- a vehicle carrying many passengers; used for public transport
"he always rode the bus to work"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
bus
Zelfstandig naamwoord
- the topology of a network whose components are connected by a busbar