Betekenis van:
fissure

fissure
Zelfstandig naamwoord
  • smalle opening
  • a long narrow opening

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

fissure
Zelfstandig naamwoord
  • barst, spleet
  • a long narrow opening

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

fissure
Zelfstandig naamwoord
  • breuk in een harde oppervlakte waarbij de delen nog niet uit elkaar wijken
  • a long narrow opening

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

fissure
Zelfstandig naamwoord
    • (anatomy) a long narrow slit or groove that divides an organ into lobes

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    fissure
    Zelfstandig naamwoord
      • a long narrow depression in a surface

      Synoniemen

      Hyperoniemen

      to fissure
      Werkwoord
        • break into fissures or fine cracks

        Hyperoniemen


        Voorbeeldzinnen

        1. their crown shows no fissure;
        2. The upper part (opposite the germ), or crown, shows no fissure.
        3. They are generally orange or red. The upper part (opposite the germ), or crown, shows no fissure.