Betekenis van:
profuse

profuse
Bijvoeglijk naamwoord
  • zich niet aan regel, voorschrift of gewoonte houdend, vooral in moreel opzicht
  • zich weinig aantrekken van (morele) regels, voorschriften of gewoonten.
  • produced or growing in extreme abundance

Synoniemen

profuse
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet zuinig
  • produced or growing in extreme abundance

Synoniemen

Hyperoniemen

profuse
Bijvoeglijk naamwoord
  • zonder psychische remming
  • produced or growing in extreme abundance

Synoniemen

Hyperoniemen

profuse
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet taai
  • produced or growing in extreme abundance

Synoniemen

Hyperoniemen

profuse
Bijvoeglijk naamwoord
  • uitgelaten
  • produced or growing in extreme abundance

Synoniemen

Hyperoniemen

profuse
Bijvoeglijk naamwoord
  • met overdaad; overdadig; overdreven; overdadig
  • produced or growing in extreme abundance

Synoniemen

Hyperoniemen

profuse
Bijvoeglijk naamwoord
  • rijk; overvloedig
  • produced or growing in extreme abundance

Synoniemen

Hyperoniemen

profuse
Bijvoeglijk naamwoord
  • bourgondisch, Bourgondisch
  • produced or growing in extreme abundance

Synoniemen

Hyperoniemen

profuse
Bijvoeglijk naamwoord
  • rellerig
  • produced or growing in extreme abundance

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. She was profuse in praises.
  2. He was profuse in his praise of his teacher.
  3. Sweating (profuse, malodorous, specially nocturnal)
  4. Profuse watery diarrhoea is frequently present and birds are excessively thirsty.