Betekenis van:
rakish

rakish
Bijvoeglijk naamwoord
  • ordelijk, keurig
  • marked by up-to-dateness in dress and manners

Synoniemen

rakish
Bijvoeglijk naamwoord
  • hygiënisch
  • marked by up-to-dateness in dress and manners

Synoniemen

Hyperoniemen

rakish
Bijvoeglijk naamwoord
  • zorg bestedend aan uiterlijk en goede manieren, of daarvan blijk gevend
  • marked by up-to-dateness in dress and manners

Synoniemen

Hyperoniemen

rakish
Bijvoeglijk naamwoord
  • sierlijk
  • marked by up-to-dateness in dress and manners

Synoniemen

Hyperoniemen

rakish
Bijvoeglijk naamwoord
  • aan lager wal geraakt
  • marked by a carefree unconventionality or disreputableness

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. A tricorn trimmed with gold lace was set at a rakish angle over a wig of white curls that dropped down to his waist.