Betekenis van:
surfboard

surfboard
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die aan windsurfen doet
  • a narrow buoyant board for riding surf

Hyperoniemen

surfboard
Zelfstandig naamwoord
  • smalle plank om op te windsurfen; smalle plank om op te windsurfen
  • a narrow buoyant board for riding surf

Hyperoniemen

to surfboard
Werkwoord
  • zeilen op een surfplank; windsurfen
  • ride the waves of the sea with a surfboard

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

to surfboard
Werkwoord
  • windsurfen
  • ride the waves of the sea with a surfboard

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. He couldn't wait to try out his new surfboard.