Betekenis van:
aanhalig
aanhalig
Bijvoeglijk naamwoord
- geneigd tot aanhalen; (te zeer) geneigd tot aanhalen; aanhalig
"soms voelt de een zich aanhalig gestemd en de ander niet"
"een aanhalige kat"
Synoniemen
Hyperoniemen
aanhalig
Bijvoeglijk naamwoord
- lief doend, geneigd tot toenadering
"Hij heeft een aanhalige kat."