Betekenis van:
aanleg

aanleg
Zelfstandig naamwoord
  • behandeling van een rechtszaak voor een van de opvolgende gerechten; behandeling v.e. rechtszaak
"de aanleg van de zaak"
"in eerste aanleg"

Synoniemen

Hyperoniemen

aanleg (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • uitvoering van bouwwerkzaamheden
"de aanleg van nieuwe wegen/tunnels"
"de aanleg van een nieuwe tuin"

Hyperoniemen

aanleg
Zelfstandig naamwoord
  • vatbaarheid voor ziektes; vatbaarheid voor ziektes
"aanleg voor ziekte"
"aanleg voor kwade dronk"

Synoniemen

Hyperoniemen

aanleg
Zelfstandig naamwoord
  • het aanleggen
aanleg
Zelfstandig naamwoord
  • plantsoen
aanleg
Zelfstandig naamwoord
  • geneigdheid, talent
aanleg
Zelfstandig naamwoord
  • instantie

Voorbeeldzinnen

  1. Ik heb een natuurlijke aanleg voor wiskunde.
  2. Aanleg mestplaat.
  3. Aanleg van hoofdweg
  4. Aanleg van wegen
  5. aanleg van biotopen.
  6. Aanleg van offshoreaanmeerplaatsen
  7. aanleg van veilige parkeerterreinen;
  8. Aanleg van stadsspoorlijn
  9. Aanleg van elektriciteit
  10. Aanleg van bovengrondse leidingen
  11. PROCEDURES IN EERSTE AANLEG
  12. Aanleg van kabelinfrastructuur
  13. Aanleg van spoorweg
  14. Aanleg van kanaal
  15. Aanleg van verwarming