Betekenis van:
aansluiting

aansluiting (de ~ | meervoud aansluitingen)
Zelfstandig naamwoord
  • het verbonden worden of zijn
"in aansluiting op (iets)"
"de aansluiting met"

Hyperoniemen

aansluiting (de ~ | meervoud aansluitingen)
Zelfstandig naamwoord
  • verbinding met een netwerk
"een aansluiting op [iets]"

Hyperoniemen

aansluiting (de ~ | meervoud aansluitingen)
Zelfstandig naamwoord
  • contact
"aansluiting zoeken/vinden"
"aansluiting verliezen"

Hyperoniemen

aansluiting (de ~ | meervoud aansluitingen)
Zelfstandig naamwoord
  • overstapmogelijkheid in het openbaar vervoer
"een aansluiting missen"

Hyperoniemen

aansluiting
Zelfstandig naamwoord
  • verbinding
aansluiting
Zelfstandig naamwoord
  • overstapmogelijkheid
aansluiting
Zelfstandig naamwoord
  • het overgaan tot
aansluiting
Zelfstandig naamwoord
  • in aansluiting bij/aan: aansluitend bij

Voorbeeldzinnen

  1. internetaansluiting: mobiele aansluiting;
  2. aansluiting voor uitneembaar opslagsysteem;
  3. een RGB-aansluiting;
  4. Aansluiting voor kantoren
  5. internetaansluiting: andere mobiele aansluiting;
  6. internetaansluiting: mobiele aansluiting;
  7. een aansluiting voor een geheugenkaart
  8. Aansluiting van het voertuig op het elektriciteitsnet:
  9. één aansluiting voor gegevensinvoer (VGA-SVGA);
  10. een USB (Universal Serial Bus)-aansluiting; en
  11. Toegang in aansluiting op een verzoek
  12. wisselstroom-contactdoos (voor aansluiting van een stroomsnoer) van 230 V,
  13. Aansluiting op CNG-installatie voor verwarmingssysteem: ja/nee (1)
  14. Aansluiting van de belangrijkste Europese havens, rangeerterreinen, goederenterminals en goederenzones
  15. Aansluiting van de Cycladen (EL) (op het Internationale Systeem)