Betekenis van:
aantreden

aantreden
Werkwoord
  • bijeenkomen op een aangewezen plaats en zich in het gelid stellen
"op bevel aantreden"

Hyperoniemen

aantreden
Werkwoord
  • in het gelid gaan staan
aantreden
Werkwoord
  • beginnen te werken

Voorbeeldzinnen

  1. De drie bij dat besluit ingestelde comités blijven echter in functie tot de bij dit besluit ingestelde wetenschappelijke comités aantreden.
  2. De nieuwe Georgische regering heeft sedert haar aantreden een aantal beslissende stappen genomen op het gebied van de rechtsstaat.
  3. In dat schrijven is nader aangegeven dat de maatregelen zouden worden ingetrokken na het aantreden van een democratisch verkozen en verantwoording afleggende president en regering.
  4. Er is nu ruim een jaar verstreken sinds het aantreden van de nationale overgangsregering van Liberia na ondertekening van de brede vredesovereenkomst van Accra in augustus 2003.
  5. De finale, halve finales en wedstrijden van de wereldbeker cricket waaraan ploegen van het Verenigd Koninkrijk op het hoogste niveau tegen elkaar aantreden, hebben als onderdeel van het enige wereldkampioenschap in deze sporttak een algemene weerklank in het Verenigd Koninkrijk.
  6. Bij hun aantreden verbinden de leden van de Commissie van Beroep er zich in openbare zitting plechtig toe hun functie te zullen uitoefenen in volkomen onpartijdigheid en geheel overeenkomstig hun geweten en niets van het geheim der beraadslagingen openbaar te zullen maken.
  7. De Franse autoriteiten melden dat, hoewel reeds in 2000 saneringsmaatregelen zijn getroffen, met de uitvoering van het herstructureringsplan pas echt een begin is gemaakt op 1 januari 2003, bij het aantreden van de heer Charles Henri Brousseaud als president-directeur en van de heer Jean Michel Tremelet als financieel directeur van Sernam, dus met zes maanden vertraging.