Betekenis van:
aarding

aarding
Zelfstandig naamwoord
  • aardleiding, verbinding van delen van een electrisch circuit of een electrisch toestel met de aarde,ter verhindering dat de betrokken delen een gevaarlijke spanning ten opzichte van de aarde zouden opbouwen
aarding (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • verbinding met aardelektrode; geleidende verbinding van een elektrisch apparaat met de aarde

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. zij een aparte aarding moeten hebben;
  2. Rollend materieel moet voldoen aan de voorschriften voor aarding van bijlage O van deze TSI.
  3. ADA_032 De kabels voor de stroomvoorziening van de adaptor zijn rood (positief) en zwart (aarding).
  4. De verantwoordelijkheid voor aarding moet in het door de infrastructuurbeheerder op te stellen noodplan worden toegewezen.