Betekenis van:
adem

adem (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • lucht die mensen in- en uitblazen; adem
"buiten adem zijn"
"een slechte adem"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

adem
Zelfstandig naamwoord
  • de lucht die levende wezens in zich opnemen en weer uitdrijven
"Zijn adem klonk niet goed."
adem
Zelfstandig naamwoord
  • een enkele ademhaling

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord

adem
een vervoeging van ademen

Voorbeeldzinnen

  1. Ik raak buiten adem.
  2. Verspil je adem niet.
  3. Ik heb slechte adem.
  4. Zolang ik adem, hoop ik.
  5. Tom hield zijn adem in.
  6. Ze hield haar adem in.
  7. Je grammatica is beter dan je adem!
  8. Tom hield zijn adem in en wachtte.
  9. Zo lang ik adem, hoop ik
  10. Ge kunt uzelf niet doden door de adem in te houden.
  11. DRAAG HANDSCHOENEN EN ADEM DE DAMPEN NIET IN.
  12. In verband gebracht met Daniel Martin Schneider en Adem Yilmaz.
  13. Adem Yilmaz (ook bekend als Talha). Geboortedatum: 4.11.1978.
  14. Microproducten van suikerwerk ter verfrissing van de adem, zonder toegevoegde suikers
  15. Microproducten van suikerwerk ter verfrissing van de adem in de vorm van laagjes