Betekenis van:
afzondering

afzondering
Zelfstandig naamwoord
  • een bestaan in een geïsoleerd leefgebied
"Er zijn in Zuid-Amerika nog altijd stammen die in grote afzondering leven."
afzondering
Zelfstandig naamwoord
  • het uit elkaar houden van dieren
"De afzondering werd niet goed gehandhaafd waardoor de twee dieren snel weer met elkaar konden vechten."
afzondering
Zelfstandig naamwoord
  • een gedwongen verblijf in eenzaamheid vanwege gedragsproblemen, besmettingsgevaar enz.
"Hij moest vanwege zijn gedragsstoornis jarenlang in afzondering leven."
afzondering
Zelfstandig naamwoord
  • het beperkt raken van contact door lichamelijke of geestelijke gebreken, voorspoed of financiële tegenslag, familieomstandigheden enz.
"Zij leeft in afzondering nu de familie niets meer met haar te maken wil hebben."
afzondering (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • losmaking uit een verband
"in afzondering"
"hij leeft in afzondering"

Synoniemen

Hyperoniemen

afzondering
Zelfstandig naamwoord
  • afzondering; het afzonderen van anderen

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. adequate voorzieningen voor inspectie en afzondering;
  2. de invoervoorwaarden omvatten afzondering of quarantaine na invoer.
  3. Verlaag na de afzondering de temperatuur van het resterende graan en zorg voor beluchting.
  4. Middels een periode van afzondering kan het risico van besmetting van andere dieren of mensen worden beperkt.
  5. er geen varkens naar het bedrijf van oorsprong zijn verplaatst zolang de te verplaatsen varkens daar in afzondering werden gehouden.
  6. De Europese landen voeren hun nationale programma’s voor metrologisch onderzoek echter in volledige afzondering uit en EU-lidstaten zijn er niet in geslaagd om alleen een uniek en volledig geïntegreerd EMRP op touw te zetten.
  7. In gevallen van afzonderlijke huisvesting op grond van artikel 33, lid 3, moet de duur van de afzondering tot het noodzakelijke minimum worden beperkt en moet het visuele, auditieve, olfactorische en/of tactiele contact worden gehandhaafd.
  8. De weefselinstelling beschikt over gedocumenteerde procedures voor de behandeling en afzondering van niet-conforme zendingen en zendingen met onvolledige testuitslagen, zodat er geen besmettingsrisico is voor andere weefsels en cellen die worden bewerkt, gepreserveerd of bewaard.
  9. bewaring van schadelijke organismen die door vectoren worden overgebracht onder zodanige omstandigheden dat zij niet via de vector kunnen worden verspreid, bij voorbeeld onder gaas met adequate maaswijdte, afzondering van grond,
  10. In die gevallen dient de duur van de afzondering tot het noodzakelijke minimum te worden beperkt en dient zo mogelijk het visuele, auditieve, olfactorische en tactiele contact te worden gehandhaafd.
  11. Wanneer de eendagskuikens afkomstig zijn van uit een derde land ingevoerde broedeieren, moet de periode van afzondering op het bedrijf van bestemming, als bedoeld in artikel 10 van Beschikking 2006/696/EG van de Commissie, in acht worden genomen.
  12. Gedurende de in de leden 1en 2 bedoelde perioden worden ingevoerde loopvogels en uit ingevoerde broedeieren afkomstig loopvogels in afzondering gehouden in stallen waar geen andere loopvogels of pluimvee aanwezig zijn.
  13. Voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013 vastgestelde jaarlijkse indicatieve verdeling per lidstaat van de communautaire vastleggingskredieten voor de regio’s die voor financiering uit het EVF in aanmerking komen (na afzondering van het bedrag dat is gereserveerd voor technische bijstand op initiatief van en/of namens de Commissie)
  14. zij hebben in een officieel laboratorium, zeven à tien dagen nadat zij in afzondering zijn geplaatst, een virusisolatietest op Newcastle disease ondergaan, uitgevoerd op cloacaswabs of fecesmonsters van elk dier en waarbij geen isolaat van het aviaire paramyxovirus (type 1) met een intracerebrale pathogeniteitsindex (ICPI) van meer dan 0,4 is gevonden.
  15. Gedurende de in de leden 1 en 2 bedoelde perioden worden ingevoerd fok- en gebruikspluimvee en ingevoerde eendagskuikens alsmede uit ingevoerde broedeieren afkomstig fok- en gebruikspluimvee met uitzondering van loopvogels, in afzondering gehouden in pluimveestallen waar geen andere koppels aanwezig zijn.