Betekenis van:
scheiding

scheiding
Zelfstandig naamwoord
  • het uiteenhalen van iets in zijn onderdelen
"De scheiding van hafnium en zirconium is niet eenvoudig."
scheiding (de ~ | meervoud scheidingen)
Zelfstandig naamwoord
  • lijn in het haar; scheiding in het haar
"een brede scheiding"
"een scheiding (in het midden) dragen"

Synoniemen

Hyperoniemen

scheiding
Zelfstandig naamwoord
  • de lijn aan weerszijden waarvan haar naar de ene of de andere kant valt
"Draagt u een scheiding links of rechts?"
scheiding
Zelfstandig naamwoord
  • het verbreken van een huwelijk
"Zij vroeg een scheiding aan."
scheiding (de ~ | meervoud scheidingen)
Zelfstandig naamwoord
  • ontbinding van het huwelijk door rechterlijk vonnis
"een scheiding van tafel en bed"
"een scheiding aanvragen"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Ik heb gehoord dat Mary een scheiding wil.
  2. Het moet enorm moeilijk voor haar zijn het huishouden alleen te runnen na de scheiding.
  3. Scheiding
  4. Scheiding
  5. scheiding: …
  6. richting/scheiding;
  7. Ontbonden (scheiding) op:
  8. Scheiding van tenderprocedures
  9. Scheiding van de moeder
  10. Ontbonden (scheiding) op:
  11. Beginsel van scheiding van functies
  12. Scheiding van de functies inleiding en verificatie
  13. Afdeling 1 Beginsel van scheiding van functies
  14. „deeltjesnabehandelingsvoorziening”: een uitlaatgasnabehandelingssysteem ontworpen om de emissie van verontreinigende deeltjes te verminderen door mechanische scheiding, aërodynamische scheiding, scheiding door diffusie of scheiding door traagheid;
  15. datum van scheiding van tafel en bed (*): …