Betekenis van:
basisbegrip

basisbegrip (het ~ | meervoud basisbegrippen)
Zelfstandig naamwoord
  • iets dat men vooraf als mogelijk of zo zijnd aanneemt
"met de basisbegrippen vertrouwd zijn"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. De richtsnoeren van 2005 worden dus, anders dan Duitsland aanvoerde, niet met terugwerkende kracht toegepast, maar het gaat alleen erom dat het Gerecht van eerste aanleg (zonder enige beperking in de tijd) het basisbegrip „steun” verklaart en preciseert [31].
  2. Economen hebben het verschijnsel van het verwerven van een reputatie de afgelopen vijfentwintig jaar grondig bestudeerd, en de lijst van publicaties in vooraanstaande vakbladen is aanzienlijk. Het basisbegrip vindt toepassing op talrijke gebieden, maar hier beperken we ons tot drie voorbeelden: centrale banken, industriële organisaties en markten voor landenschuld. (…) Het verwerven van een reputatie is ook belangrijk op het gebied van lenen en ontlenen (op internationaal niveau).