Betekenis van:
hypothese

hypothese (de ~ | meervoud hypotheses, hypothesen)
Zelfstandig naamwoord
  • wetenschappelijke, te falsifiëren stelling
"een hypothese bevestigen"
"een plausibele hypothese"

Hyperoniemen

hypothese
Zelfstandig naamwoord
  • veronderstelling die nog niet bewezen is
hypothese
Zelfstandig naamwoord
  • veronderstelling die nog niet bewezen is

Voorbeeldzinnen

  1. Hypothese
  2. Verschil bij de „optimistische” hypothese
  3. Polen geeft empirische bewijzen ter bekrachtiging van deze hypothese.
  4. Nettokosten voor de NMBS in de hypothese van een faillissement van IFB in 2003
  5. (hypothese dat de omzetting van de vordering van 63 MEUR „kosten” van de herstructurering zijn)
  6. Voor de in september en oktober verrichte analyses is deze tweede hypothese nog waarschijnlijker.
  7. Voor deze berekening moet een hypothese worden opgesteld over de perpetuele percentages van de cashflows.
  8. Ten eerste is Powergens hypothese over de totale kosten van de centrale veel te laag.
  9. In de hypothese waarin er geen eis van continuïteit van de openbare dienstverlening geldt
  10. De tweede hypothese van aansprakelijkheid buiten schuld daarentegen lijkt meer op een garantiemechanisme.
  11. Bovengenoemde hypothese van deze belanghebbenden is dus voor de huidige zaak irrelevant en moet worden afgewezen.
  12. De hypothese wordt getest op basis van een 5 %-significantieniveau van de F- en t-waarden.
  13. In boekhoudkundig opzicht stemmen deze verplichtingen overeen met een schuld tegenover een hypothese ontmantelingsexploitant.
  14. Gelet op de huidige prijs van 55 tot 57 USD is deze hypothese niet realistisch.
  15. De Commissie veronderstelde dat de twee nog voor te leggen scenario’s, één met een optimistische hypothese en één met een pessimistische hypothese, de stabiliteit en uitvoerbaarheid van het herstructureringsplan zouden aantonen.