Betekenis van:
bazin

bazin (de ~ | meervoud bazinnen)
Zelfstandig naamwoord
  • hoofd
"de bazin van [de kroeg]"

Hyperoniemen

bazin
Zelfstandig naamwoord
  • vrouwelijke baas
"De kat zoekt een nieuw baasje of bazinnetje."

Voorbeeldzinnen

  1. In het Comité van de Regio’s zijn zeven zetels van lid vrijgekomen door het verstrijken van het mandaat van de heer Jean-Pierre BAZIN (FR), de heer Marc BELLET (FR), de heer Yannick BODIN (FR), mevrouw Mireille KERBAOL (FR), de heer Robert SAVY (FR) en de heer Jacques VALADE (FR), waarvan de Raad op 9 april 2004 in kennis is gesteld, en van de heer Valéry GISCARD d’ESTAING, waarvan de Raad op 7 augustus 2004 in kennis is gesteld.