Betekenis van:
bekken

bekken (het ~ | meervoud bekkens)
Zelfstandig naamwoord
  • laagte
"het bekken van een riviertje"

Hyperoniemen

Hyponiemen

bekken (het ~ | meervoud bekkens)
Zelfstandig naamwoord
  • wijde, ondiepe kom
"een ondiep bekken"
"het bekken van een fontein"

Hyperoniemen

Hyponiemen

bekken
Zelfstandig naamwoord
  • op een enthousiaste manier zoenen
"Pieter stond in de hoek te bekken met die blondine."
bekken
Zelfstandig naamwoord
  • goed in de mond liggen
"Die titel bekt niet lekker en kan beter veranderd worden."
bekken
Zelfstandig naamwoord
  • een slaginstrument bestaande uit een metalen schaalvormige voorwerp
"Bekkens worden los gebruikt maar ook per twee tegen elkaar geslagen."
bekken (het ~ | meervoud bekkens)
Zelfstandig naamwoord
  • cimbaal; koperen muziekinstrument

Synoniemen

Hyperoniemen

bekken
Zelfstandig naamwoord
  • een vrij ondiepe maar brede schaal
bekken
Zelfstandig naamwoord
  • het gebeente tussen beide heupen
bek (de ~ | meervoud bekken)
Zelfstandig naamwoord
  • snavel of muil

Synoniemen

Hyperoniemen

bek (de ~ | meervoud bekken)
Zelfstandig naamwoord
  • wat op een bek lijkt
"de bek van een schaaf"
"de bek van de bankschroef"

Hyperoniemen

bekken
Werkwoord
  • op een enthousiaste manier zoenen
"Pieter stond in de hoek te bekken met die blondine."
bekken
Werkwoord
  • goed in de mond liggen
"Die titel bekt niet lekker en kan beter veranderd worden."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. dragen zowel op de tang als op de bekken de vermelding „EG-meetinstrument”;
  2. Het stroomgebied van het bekken van de Ambies tot de dam van een waterkrachtcentrale.
  3. Het stroomgebied van het bekken van de Palvico tot de dam van stenen en beton.
  4. ΔΜi jaarlijkse massa van de in het bekken geloosde tailings (ton drooggewicht/jaar) in het jaar „i”;
  5. „dam”: een aangelegde structuur die tot doel heeft water en afval binnen een bekken vast te houden en/of daartoe op te sluiten;
  6. Si = jaarlijkse massa van elke stof en elk preparaat, zoals bepaald overeenkomstig artikel 8, lid 2, onder c), die gedurende het jaar „i” in het bekken wordt geloosd.
  7. rugspekdikte (met inbegrip van het zwoerd) in mm, gemeten op de voorkant van het bekken, op 11 cm van de middellijn van het hele karkas.
  8. rugspekdikte (met inbegrip van het zwoerd) in mm, gemeten op 4 cm vóór de voorkant van het bekken, op 7 cm van de middellijn van het karkas.
  9. Fjord met een ondiepe drempel aan de monding en een zeer grote maximale diepte in het centrale bekken met slechte uitwisseling van diep zeewater
  10. De witmarmeren kuipen zijn gemaakt van uit de groeve „Canaloni» in het bekken van Colonnata afkomstig marmer, dat een bijzondere samenstelling en structuur heeft, die onmisbaar zijn voor een optimale rijping van het product.
  11. Het gebied waar de benaming mag worden gebruikt, ligt in een bekken dat gekenmerkt wordt door een doorlatende ondergrond die voornamelijk uit kalk en klei bestaat, en door een groot aantal waterlopen en bronnen.
  12. In het geval van een bekken waarin cyanide aanwezig is, verzekert de exploitant dat de concentratie van in zwak zuur scheidbaar cyanide in het bekken met behulp van de beste beschikbare technieken wordt beperkt tot het laagst mogelijke niveau en, in elk geval, bij voorzieningen waaraan al een vergunning is verleend of die al in bedrijf zijn vóór 1 mei 2008, dat de concentratie van in zwak zuur scheidbaar cyanide op het punt van lozing van de tailings uit de verwerkende inrichting in het bekken in elk geval de 50 ppm vanaf 1 mei 2008, de 25 ppm vanaf 1 mei 2013, de 10 ppm vanaf 1 mei 2018 en de 10 ppm bij voorzieningen waaraan een vergunning is verleend na 1 mei 2008 niet overschrijdt.
  13. half geslacht dier: het product dat verkregen wordt door het scheiden van het onder a) bedoelde hele geslachte dier in twee symmetrische delen door het midden van alle hals-, rug-, lenden en staartwervels en door het midden van het borstbeen en het bekken.
  14. „half geslacht dier”: het product dat verkregen wordt door het scheiden van het onder a) bedoelde hele geslachte dier in twee symmetrische delen door het midden van alle hals-, rug-, lende- en staartwervels en door het midden van het borstbeen en het bekken.
  15. „het halve geslachte rund” bedoeld bij de onderverdelingen 020110 en 020210: het product dat verkregen wordt door het scheiden van het hele dier in twee symmetrische delen door het midden van alle hals-, rug-, lenden- en staartwervels en door het midden van het borstbeen en het bekken. Als „half geslacht dier” dient eveneens te worden aangemerkt: het voorste deel van het halve geslachte dier dat alle beenderen, alsmede de hals en de schouder omvat, doch met meer dan tien ribben;