Betekenis van:
bondgenoot

bondgenoot (de ~ | meervoud bondgenoten)
Zelfstandig naamwoord
  • iemand van gelijke geest; iem. die naast en met een ander of anderen voor een zaak ijvert; medestander
"een bondgenoot [herkennen/hebben] in iemand"
"een bondgenoot in [de politiek]"

Synoniemen

Hyperoniemen

bondgenoot (de ~ | meervoud bondgenoten)
Zelfstandig naamwoord
  • medelid van de bond

Hyperoniemen

bondgenoot
Zelfstandig naamwoord
  • een andere macht waarmee een afspraak gemaakt is aan dezelfde zijde te zullen strijden

Voorbeeldzinnen

  1. Duitsland was ooit een bondgenoot van Italië.