Betekenis van:
bord

bord (het ~ | meervoud borden)

Zelfstandig naamwoord

"een bord [pap]"

"je bord leegeten"

bord (het ~ | meervoud borden)

Zelfstandig naamwoord

"op het bord"

"voor het bord komen"

bord (het ~ | meervoud borden)

Zelfstandig naamwoord

"zijn stukken goed op het bord hebben"

bord

Zelfstandig naamwoord

"Omdat het eten zo lekker was schepte hij zijn bord nog eens vol."

bord

Zelfstandig naamwoord

een groot vlak voorwerp dat meestal aan een muur hangt en waarop voor vele mensen bedoelde tekst of dergelijke kan worden gezet

Tom schreef zijn naam op het bord.
Ze verzamelde de stukken van het gebroken bord.
Als je binnen drie minuten je bord niet leeg hebt, krijg je geen toetje.
Het bord geeft aan dat de politie je auto wegsleept als je hier parkeert.
Eh, meneer... Wat op het bord staat, is geen exponentiële functie, maar een goniometrische...
De juiste plaatswijze van een bestek is de vork aan de linkerzijde van het bord en het mes aan de rechterzijde alsook de lepel.
oranje bord:
Bord Gáis Éireann (elektriciteitslevering)
Bord Iascaigh Mhara (ontwikkeling visserij)
An Bord Bia (promotie levensmiddelensector)
Bord Fáilte Éireann (ontwikkeling toerisme)
Bord tal-Koperattivi (Cooperatives Board)
Artikelen voor pretpark, bord- of gezelschapsspelen
Bord na gCon (steun en ontwikkeling greyhoundrensport)
bord met aanwijzingen betreffende het redden van drenkelingen