Betekenis van:
concurreren

concurreren
Werkwoord
  • wedijveren
"concurreren met kandidaten"
"concurreren met de middenstand"

Hyperoniemen

Hyponiemen

concurreren
Werkwoord
  • commercieel wedijveren
"Er wordt in die bedrijfstak scherp geconcurreerd."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Nieuwe generaties DRAM’s concurreren met oudere generaties.
  2. Daarnaast concurreren de aannemers onderling met elkaar.
  3.  prikkels om op een toekomstige markt te concurreren;
  4. Bovendien concurreren instellingen op een gemeenschappelijke markt rechtstreeks met elkaar.
  5. Deze ondernemingen concurreren dikwijls ook met andere ondernemingen.
  6. Diezelfde internationaal actieve aanbieders concurreren op de eindafnemersmarkt om kijkers.
  7. prikkels om op een toekomstige markt te concurreren;
  8. Deze standaardproducten concurreren daarom rechtstreeks met de invoer uit de VRC en Thailand.
  9. Uit het onderzoek is ook gebleken dat het Hongaarse gas kan concurreren met het geïmporteerde gas.
  10. De begunstigde ondernemingen concurreren feitelijk of potentieel met soortgelijke ondernemingen in Noorwegen en andere EVA-staten.
  11. Ervoor zorgen dat private en publieke media onder gelijke voorwaarden kunnen concurreren.
  12. Sniace verhandelt een deel van haar productie in Europa, waar zij met andere ondernemingen moet concurreren.
  13. Het feit dat geen andere scheepsreparatieondernemingen in de regio concurreren met CMR is geen doorslaggevend argument.
  14. In normale marktomstandigheden zijn het gezonde bedrijven die kunnen concurreren en waarvan de productiviteit toeneemt.
  15. Steun aan doelondernemingen kan de productmarkten waarop deze ondernemingen concurreren, ongunstig beïnvloeden.