Betekenis van:
doelpunt

doelpunt (het ~ | meervoud doelpunten)
Zelfstandig naamwoord
  • punt bij balspelen; doelpunt
"een doelpunt scoren/maken"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Hij maakte een doelpunt tijdens de verlenging.