Betekenis van:
flegmatiek

flegmatiek
Bijvoeglijk naamwoord
  • onverstoorbaar kalm
"Wat een flegmatieke jongen is dat toch..."
flegmatiek
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet te verstoren; onverstoorbaar; flegmatiek; onverstoorbaar
"een flegmatieke Engelsman"

Synoniemen

Hyperoniemen