Betekenis van:
fluitje

fluitje (het ~ | meervoud fluitjes)
Zelfstandig naamwoord
  • signaalinstrument; kort fluitsignaal
"toen het fluitje weerklonk gingen de lopers van start"

Synoniemen

Hyperoniemen

fluitje
Zelfstandig naamwoord
  • fluitsein; geluid

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Fluitje