Betekenis van:
fut

fut
Zelfstandig naamwoord
  • de benodigde energie en zin ergens voor
"Hij heeft niet de fut om de afwas te doen."
fut (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • zakelijke, energieke aanpak; kracht, dynamisme; kracht die als mens hebt; lichamelijke en/of geestelijke energie; vermogen initiatief te nemen; kracht v.h. stoten; werkkracht; vermogen iets te doen
"de fut is eruit"
"geen fut hebben om iets te doen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen