Betekenis van:
genegen

genegen
Bijvoeglijk naamwoord
  • genegen; bereid
"(niet) genegen zijn tot"
"genegen zijn om [iets] te [doen]"

Synoniemen

genegen
Bijvoeglijk naamwoord
  • goedgunstig, welgezind
"een genegen oor vinden"
"[iemand] genegen zijn"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Bij een nieuwe investering zullen investeerders mogelijkerwijs van meet af aan minder genegen zijn om een lager rendement voor lief te nemen.
  2. Wat echter de kosten van het programma „Go4Profit” van […] EUR aangaat, is de Commissie niet genegen deze als toelaatbare kosten aan te merken, aangezien ze zijn ontstaan voordat met de implementatie van het herstructureringsplan werd begonnen.