Betekenis van:
genus

genus (het ~ | meervoud genera)
Zelfstandig naamwoord
  • groep van verwante soorten, onderafdeling van een familie
"het genus van genus is neutrum"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

genus
Zelfstandig naamwoord
  • taalkundig genus

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

genus
Zelfstandig naamwoord
  • grammaticaal geslacht: ''het Nederlands kent drie genera, nl. mannelijk, vrouwelijk en onzijdig''

Voorbeeldzinnen

  1. GENUS EN SOORT
  2. [voor het genus Uromastyx]
  3. [for the genus Phelsuma]
  4. [voor het genus Phelsuma]
  5. [voor het genus Uromastyx]
  6. [voor schorpioenen behorend tot het genus Pandinus]
  7. [voor schorpioenen behorend tot het genus Pandinus]
  8. Bevestiging en speciesbepaling van het genus Campylobacter
  9. [voor spinnen behorend tot het genus Brachypelma]
  10. The genus Cheirogaleus: unrecognized biodiversity in dwarf lemurs.
  11. De afkorting „spp.” achter de naam van een familie of een genus dient ter aanduiding van alle soorten van deze familie of van dit genus.
  12. Wetenschappelijke naam (genus- en soortnaam) en gewone naam van de soort
  13. vruchten en delen en producten daarvan van kunstmatig gekweekte planten van het genus Vanilla.
  14. Kuiter, R. H., 2001. Revision of the Australian seahorses of the genus Hippocampus (Syngnathiformes: Syngnathidae) with a description of nine new species.
  15. vruchten en delen en producten daarvan van verwilderde of kunstmatig gekweekte planten van het genus Vanilla (Orchidaceae) en van de familie Cactaceae;