Betekenis van:
gewenning

gewenning
Zelfstandig naamwoord
  • een proces waarbij een eerder ongewone prikkel steeds meer als normaal ervaren gaat worden
"Bij langdurig gebruik van dit middel treedt gewenning op en dan moet de dosis verhoogd worden om hetzelfde effect te hebben."
gewenning (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het wennen aan genotmiddelen
"er treedt gewenning op"

Hyperoniemen

gewenning (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het wennen
"ter geleidelijke gewenning"
"de gewenning aan de welvaartstaat"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Gewenning
  2. Hiervoor kan een periode van gewenning of opleiding nodig zijn;
  3. Hiervoor kan een periode van gewenning of opleiding nodig zijn;
  4. ter hernieuwde gewenning een commerciële vlucht van twee sectoren op dat type maakt.
  5. Over het algemeen zijn een langere quarantaineperiode en een langere tijd van gewenning aan gevangenschap nodig alvorens zij voor wetenschappelijke procedures kunnen worden gebruikt.
  6. Het lijngedeelte boven water dient voldoende licht te zijn zodat de bewegingen ervan onvoorspelbaar zijn en er geen gewenning bij vogels optreedt, en voldoende zwaar zodat er geen afbuiging door de wind optreedt.
  7. Geregelde hantering en contact met de mens hebben een gunstig effect op de gewenning van de dieren aan monitoring en proefomstandigheden en maken het makkelijker om ze zó af te richten dat zij bij bepaalde procedures samenwerken met het personeel.
  8. Er dient te worden gezorgd voor verticale houten oppervlakken voor het scherpen van de klauwen en het aanbrengen van geurvlaggen. Een ren in de openlucht vormt een bron van milieuverrijking voor katten, zowel in fok- als in gebruikende instellingen, en dient dan ook voor zover mogelijk ter beschikking te worden gesteld. Pseudo-jachtgedrag en spelgedrag dienen te worden aangemoedigd. De katten dienen te beschikken over een keuze van speeltuigen, die regelmatig worden vervangen om ervoor te zorgen dat de prikkel tot spelen aanwezig blijft en om gewenning, die de spelmotivatie doet afnemen, te vermijden.