Betekenis van:
gewettigd

gewettigd
Bijvoeglijk naamwoord
  • gefundeerd; gegrond; legitiem; gerechtvaardigd

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Gewettigd vertrouwen
  2. B = gewettigd kind
  3. De begunstigden moeten zich op gewettigd vertrouwen kunnen verlaten.
  4. Principieel kunnen ondernemingen geen gewettigd vertrouwen in onwettige steun hebben.
  5. Vanaf dit ogenblik is de deelname van de Gemeenschap niet langer nodig of gewettigd.
  6. De Terni-ondernemingen doen op twee gronden een beroep op gewettigd vertrouwen.
  7. Ten tweede kan geen sprake zijn van terugvordering vanwege het gewettigd vertrouwen van de begunstigden.
  8. De vermeende vertragingen in het voorafgaande onderzoek kunnen evenmin een gewettigd vertrouwen wekken.
  9. Farm Dairy vindt dat het derhalve een gewettigd vertrouwen kon hebben dat het dossier was afgesloten.
  10. Uitsluitend het gedrag van de administratie van de Gemeenschap kan dus aanleiding geven tot gewettigd vertrouwen.
  11. Voorts zou een negatieve beschikking van de Commissie indruisen tegen het beginsel van het gewettigd vertrouwen.
  12. Volgens vaste rechtspraak kan elke persoon zich beroepen op het beginsel van de bescherming van het gewettigd vertrouwen indien de autoriteiten van de Gemeenschap hem duidelijke garanties hebben gegeven die het gewettigd vertrouwen hebben gevoed.
  13. In het bijzonder moet worden opgemerkt dat het mogelijke vertrouwen van Duitsland in dezen noch gewettigd, noch beschermenswaardig was.
  14. Oostenrijk heeft de Commissie geen argument gegeven waarom de begunstigden gewettigd vertrouwen in de regeling zouden hebben gehad.
  15. Het Hof heeft steeds verklaard dat het gewettigd vertrouwen alleen kan worden gewekt door nauwkeurige, onvoorwaardelijke en concordante toezeggingen die een Gemeenschapsinstantie heeft gedaan zodat het gewettigd vertrouwen is ontstaan dat de maatregel geen steun vormt of rechtmatig is [123].