Betekenis van:
gezichtsveld

gezichtsveld (het ~ | meervoud gezichtsvelden)
Zelfstandig naamwoord
  • de ruimte die men met de ogen tegelijk overziet
"het centrum van het gezichtsveld"
"binnen/buiten zijn gezichtsveld vallen"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Gezichtsveld
  2. (meting gezichtsveld: 11 mrad)
  3. Gezichtsveld naar voren
  4. Gezichtsveld van de bestuurder naar buiten
  5. instantaneous-field-of-view (momenteel gezichtsveld) ILS
  6. Gezichtsveld van de bestuurder naar buiten
  7. Het gezichtsveld van de bestuurder naar buiten.
  8. instantaneous-field-of-view (momenteel gezichtsveld)
  9. gezichtsveld voor de meting, uitgedrukt in milliradialen [mrad];
  10. „Verticale IFOV” = verticaal gezichtsveld (FOV)/aantal verticale detectorelementen.
  11. „Horizontale IFOV” = horizontaal gezichtsveld (FOV)/aantal horizontale detectorelementen
  12. Verticale IFOV = verticaal gezichtsveld (FOV)/aantal verticale detectorelementen.
  13. Horizontale IFOV = horizontaal gezichtsveld (FOV)/aantal horizontale detectorelementen
  14. Compatibiliteit met het gezichtsveld van de bestuurder naar buiten
  15. geen voorziening voor de productie van een zichtbaar beeld van het gedetecteerde gezichtsveld;