Betekenis van:
groepstaal

groepstaal (de ~ | meervoud groepstalen)
Zelfstandig naamwoord
  • taal v.e. (sociale) groep
"de groepstaal van de jongeren"

Hyperoniemen

groepstaal (de ~ | meervoud groepstalen)
Zelfstandig naamwoord
  • vaktaal; taal v.e. (sociale) groep; informele taal v.e. bepaalde groep
"de groepstaal van de jongeren"

Synoniemen

Hyperoniemen