Betekenis van:
keel

keel (de ~ | meervoud kelen)
Zelfstandig naamwoord
  • elementaire kleur zoals van bloed; achterste gedeelte v.d. mond
"een kikker in je keel hebben"
"de (dorstige) keel smeren"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

keel
Zelfstandig naamwoord
  • / voorste, uitwendige gedeelte van de hals
keel
Zelfstandig naamwoord
  • /: holte en opening achter in de mond waardoor voedsel en drank in het lichaam komen
keel
Zelfstandig naamwoord
  • rood

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Tom schraapte zijn keel.
  2. Ik heb een krop in de keel.
  3. Keel-, neus- en oorheelkunde
  4. Keel-, neus- en oorheelkunde
  5. KEEL-, NEUS- EN OORHEELKUNDE/OTORHINOLARYNGOLOGIE
  6. Vernauwing van de keel, verstopping van luchtwegen
  7. Een eventuele keel mag het BACOMA-ontsnappingspaneel niet overlappen.
  8. Traditioneel kruidengeneesmiddel voor de symptomatische behandeling van milde ontstekingen in mond of keel.
  9. waterVolgens de verpakking kan het product worden gebruikt om de natuurlijke afweer van de keel te verbeteren en is het voor menselijke consumptie bedoeld.
  10. In 1997 kwam een Zweeds kind van negen door verstikking om het leven nadat de zuignap waarop hij zoog per ongeluk in zijn keel schoot.
  11. Visueel onderzoek van de kop na verwijdering van de huid en, bij twijfel, onderzoek van de keel, de mond, de tong, de lymfklieren achter in de keelholte en de oorspeeksellymfklieren.
  12. Visueel onderzoek van de kop en, na lossnijden van de tong, de keel; de lymfklieren voor en achter in de keelholte, alsmede de oorspeeksellymfklieren (Lnn. retropharyngiales, mandibulares et parotidei) moeten worden gepalpeerd en, indien nodig, worden ingesneden.
  13. Visueel onderzoek van de kop en de keel. De lymfklieren van de onderkaak (Lnn. mandibulares) moeten worden ingesneden en onderzocht. De mond, de keelholte en de tong moeten visueel worden onderzocht;
  14. visueel onderzoek van de kop en de keel; de lymfklieren in de keelholte (Lnn. retropharyngiales) moeten worden ingesneden en onderzocht; onderzoek van de mond- en de keelholte; palpatie van de tong; de tonsillen moeten worden verwijderd;
  15. Dit omvat de opstelling van inventarissen van bronnen en de definitie van indicatoren, overeenkomstig de ECHI-strategie, voor: bloedziekten (waaronder hemofilie), immunologische stoornissen, allergieën, met uitzondering van astma, urogenitale ziekten en nieraandoeningen, maag- en darmziekten, endocriene ziekten, keel-, neus- en oorziekten, oogaandoeningen en huidziekten, alsook ziekten in verband met milieufactoren.