Betekenis van:
kelder

kelder (de ~ | meervoud kelders)
Zelfstandig naamwoord
  • verdieping onder straatniveau
"in de kelder"

Hyperoniemen

kelder
Zelfstandig naamwoord
  • een ondergrondse bergruimte
kelder
Zelfstandig naamwoord
  • de bodem van de zee

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Hij bracht ons TV-toestel naar de kelder.
  2. Kelder
  3. Het afsluitende segment omvat bijgevolg verticale binnenbedrading en eventueel horizontale bedrading tot aan een optische splitter die in de kelder van een gebouw of een nabijgelegen mangat is geplaatst.
  4. Volgens de verstrekte informatie is deze investering onmisbaar voor het realiseren van de levensvatbaarheid op de middellange en lange termijn van de GmbH (overwegingen 23 t/m 26). Ook is de investering, gelet op de structurele tekortkomingen van de oude kelder in Eltville, noodzakelijk om de wijnkwaliteit op hetzelfde peil te houden en te waarborgen dat aan internationale voedselnormen wordt voldaan.