Betekenis van:
kelk

kelk
Zelfstandig naamwoord
  • een soort drinkgerei met een kom op een voet
"Gebruiken jullie vaak een kelk?"
kelk (de ~ | meervoud kelken)
Zelfstandig naamwoord
  • drinkglas; beker
"laat deze kelk aan mij voorbijgaan"

Synoniemen

Hyperoniemen

kelk
Zelfstandig naamwoord
  • een bloemkelk
"Pas op dat je de kelk niet beschadigd."
kelk (de ~ | meervoud kelken)
Zelfstandig naamwoord
  • deel v.e. bloem

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. voorzien van hun kelk (behalve bij bosaardbeien); de kelk en, indien aanwezig, het steeltje moeten fris en groen zijn,
  2. De steel mag enigszins beschadigd of afgesneden zijn, mits de kelk intact is.