Betekenis van:
kledingstuk

kledingstuk (het ~ | meervoud kledingstukken)
Zelfstandig naamwoord
  • voorwerp dat dienst doet als kleding
"kledingstukken dragen"
"kledingstukken combineren"

Hyperoniemen

Hyponiemen

kledingstuk
Zelfstandig naamwoord
  • een deel van de kleding
"Hij kocht dat kledingstuk op de markt."

Voorbeeldzinnen

  1. Het kledingstuk is objectief gezien een vest.
  2. Deze bepalingen zijn niet van toepassing wanneer de snit van het kledingstuk duidelijk weergeeft dat het kledingstuk ontworpen is voor het ene of het andere geslacht.
  3. een kledingstuk ontworpen om het bovenlichaam te bedekken, met dien verstande dat een vest als tweede kledingstuk voor het bovenlichaam aanwezig mag zijn;
  4. Het is voorzien van twee reflecterende horizontale stroken, geheel rond het kledingstuk gaand.
  5. hetzij een „skioverall”, zijnde een eendelig kledingstuk ontworpen om het boven- en onderlichaam te bedekken; naast de mouwen en de kraag mag dit kledingstuk voorzien zijn van zakken en van voetbandjes;
  6. Bijgevolg is het artikel een textielartikel van afdeling XI en niet een kledingstuk van kunststof van post 392620.
  7. Het kledingstuk is voorzien van elastiek in de taille en de broekspijpen zijn aan de onderzijde gezoomd.
  8. een kledingstuk zoals een anorak, blouson of dergelijk artikel, met een treksluiting, eventueel vergezeld van een vest;
  9. Effen gekleurd gebreid kledingstuk, vervaardigd van synthetische vezels (100 % polyester), zonder mouwen, het bovendeel van het lichaam bedekkend.
  10. een kledingstuk zoals een anorak, blouson of dergelijk artikel, met een treksluiting, eventueel vergezeld van een vest;
  11. Een lichaamsdeel, het haar of een kledingstuk van een persoon raakt verstrikt in het roterende onderdeel; hierdoor ontstaat een trekkracht
  12. een kledingstuk ontworpen om het bovenlichaam te bedekken, met dien verstande dat een pullover als tweede kledingstuk voor het bovenlichaam aanwezig mag zijn, uitsluitend in het geval van een twinset en dat een vest als tweede kledingstuk voor het bovenlichaam in andere gevallen aanwezig mag zijn;
  13. Aan beide zijden van het kledingstuk bevinden zich opgenaaide zakken, voorzien van een ritssluiting. In iedere zak bevindt zich een in serie geproduceerd uitneembaar ovalen inzetstuk.
  14. Een lichaamsdeel, het haar of een kledingstuk van een persoon wordt door de roterende onderdelen gegrepen; hierdoor ontstaat een trekkracht en druk op het lichaamsdeel
  15. een kledingstuk ontworpen om het onderlichaam te bedekken, zijnde een broek, een korte broek (andere dan zwembroek), een rok of een broekrok, zonder bretels en zonder borststuk.