Betekenis van:
krom

krom
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet recht
"Zo krom als een banaan."
krom
Bijvoeglijk naamwoord
  • verkeerd; vals weergegeven
"iets dat krom is, recht proberen te praten"
"het geld dat stom is maakt recht wat krom is"

Synoniemen

krom
Bijvoeglijk naamwoord
  • krom; gebogen; niet volgens een rechte lijn
"kromme spijkers"
"zijn rug is krom"

Synoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. De punt van een haak kan recht of ook omgebogen en krom zijn; de steel kan een variabele lengte en vorm hebben en de dwarsdoorsnede kan rond (regelmatige haak) of plat (gesmede haak) zijn.