Betekenis van:
matroos

matroos (de ~ | meervoud matrozen)
Zelfstandig naamwoord
  • zeeman v.d. laagste rang; matroos; matroos; iemand die beroepsmatig vaart; matroos
"matroos [1e/2e/3e] klas"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

matroos
Zelfstandig naamwoord
  • een zeeman van de laagste rang