Betekenis van:
neuzen

neuzen
Werkwoord
  • rondneuzen; rondsnuffelen in; rondkijken; een beetje huilen
"in boekwinkels/op rommelmarkten/tussen de aanbiedingen neuzen"

Synoniemen

Hyperoniemen

neuzen
Werkwoord
  • snuffelen
neuzen
Werkwoord
  • zoeken
neuzen
Werkwoord
  • bemoeien
neus (de ~ | meervoud neuzen)
Zelfstandig naamwoord
  • punt
"(schoenen met) stalen/vierkante neuzen"
"kale neuzen"

Synoniemen

Hyperoniemen

neus (de ~ | meervoud neuzen)
Zelfstandig naamwoord
  • reuk(orgaan); orgaan voor het waarnemen van geuren; neus/gezicht
"plotseling voor iemands neus staan"
"iemand de pin op de neus zetten"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord