Betekenis van:
opmaak

opmaak (de ~ | meervoud opmaken)
Zelfstandig naamwoord
  • verdeling van tekst en beelden; opmaak v.e. te drukken tekst
"de opmaak van de voorpagina van een krant"

Synoniemen

Hyperoniemen

opmaak (de ~ | meervoud opmaken)
Zelfstandig naamwoord
  • het zich kleden en opmaken
"de opmaak en de realisatie van het plan"

Synoniemen

Hyperoniemen

opmaak
Zelfstandig naamwoord
  • de gezamenlijke middelen bedoeld om het gezicht te verfraaien

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. opmaak en presentatie.
  2. Opmaak: Achtergebleven stukken kraakbeen verwijderen.
  3. DE OPMAAK VAN DE MEMORIES
  4. De opmaak van dit model kan variëren.
  5. Opmaak: Zeenpunten terugsnijden tot het vlees.
  6. Opmaak en wijze van bekendmaking van aankondigingen
  7. Opmaak: Zeenpunten terugsnijden tot het vlees.
  8. de opmaak van de gegevens (hoofdstuk 3)
  9. Opmaak: Pezen, gewrichtskapsels en kraakbeen moeten worden verwijderd.
  10. Deze maken echter geen deel uit van de geharmoniseerde opmaak.
  11. de uitbenings-, opmaak- en verpakkingsverrichtingen alsmede het snelvriezen;
  12. Opmaak: De vetophoging aan de binnenzijde onder de muis verwijderen.
  13. Beschrijving: Roze plastic kaartmodel (opmaak gewijzigd per 1 januari 1993).
  14. Het kuitbeen (humerus) verwijderen. Opmaak: Verwijder kraakbeen, vliezen en pezen.
  15. de opmaak en vormgeving van hun geplande uitgaven;