Betekenis van:
overvloedig

overvloedig
Bijvoeglijk naamwoord
  • in ruime hoeveelheid aanwezig
"een overvloedige maaltijd"
"overvloedige regenval"

Synoniemen

Hyperoniemen

overvloedig
Bijvoeglijk naamwoord
  • in ruime hoeveelheid aanwezig

Voorbeeldzinnen

  1. Kikkerbilletjes moeten na de bereiding onmiddellijk overvloedig met stromend drinkwater worden gewassen en onmiddellijk worden gekoeld tot de temperatuur welke die van smeltend ijs benadert, ofwel worden bevroren tot een temperatuur van ten hoogste – 18 °C, ofwel worden verwerkt.
  2. Als gevolg van gunstige weersomstandigheden was de oogst in 2004 in die lidstaten overvloedig. Dit heeft geleid tot interne marktprijzen voor granen die een stuk lager waren dan de interventieprijs.
  3. Bepaalde prijzen zijn gedaald als gevolg van een overvloedig aanbod: zeebaars (– 11 %), koolvis (– 8 %), heek (– 9 %). Omgekeerd ging de prijs van andere soorten dank zij een beperkt aanbod omhoog: mul (+ 31 %), kabeljauw (+ 27 %), zeeduivel (+ 13 %).
  4. Als gevolg van gunstige weersomstandigheden was ook de oogst 2005 in die lidstaten overvloedig. Dit heeft geleid tot interne marktprijzen voor granen die een stuk lager waren dan de interventieprijs.
  5. Ten tweede is er overvloedig bewijsmateriaal dat andere participanten in de consortiale lening onder druk werden gezet om deel te nemen aan de algemene sanering van de schulden van Hynix.