Betekenis van:
pink

pink (de ~ | meervoud pinken)
Zelfstandig naamwoord
  • vijfde, kleinste vinger van de hand
"(erg) bij de pinken zijn"

Hyperoniemen

pink
Zelfstandig naamwoord
  • gedeelte van een handschoen deze vinger bedekt

Hyperoniemen

pink (de ~ | meervoud pinken)
Zelfstandig naamwoord
  • eenjarig kalf

Hyperoniemen

pink
Zelfstandig naamwoord
  • platbodemd vissersvaartuig met ronde, brede boeg

Hyperoniemen

pink
Zelfstandig naamwoord
  • de vijfde, kleinste en buitenste vinger
pink
Zelfstandig naamwoord
  • een éénjarig kalf dat nog alle melktanden heeft
pink
Zelfstandig naamwoord
  • een type vissersvaartuig

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. De hand heeft vijf vingers: duim, wijsvinger, middelvinger, ringvinger en pink.
  2. Pink (= pandalid) shrimps
  3. Farfantepenaeus notialis Southern pink shrimp
  4. Southern pink shrimp Peneidegarnalen, n.e.g.
  5. Pink cusk-eel Roeffen, n.e.g.
  6. Pink spiny lobster Gewone langoest
  7. Een volledige handpalmafdrukrecordreeks voor een individu bevat normaliter de beelden van de zijkant van de hand (het deel onder de pink) en de volledige handpalm van elke hand.
  8. Deze reeks omvat de zijkant van de hand (het deel onder de pink) als gescand beeld, en de volledige handpalm, gaande van de pols tot de vingertippen in een of twee gescande beelden.
  9. Aangezien een tagged-field logische-beeldrecord slechts één binair veld bevat, is er voor elke zijkant van de hand (het deel onder de pink) een aparte type-15 record nodig en één of twee type-15 records voor elke volledige handpalm.
  10. Indien mogelijk moeten afdrukken worden genomen van de volgende vingers van de rechterhand of de linkerhand: de wijsvinger (NIST-identificatie 2 of 7), de middelvinger (NIST-identificatie 3 of 8), de ringvinger (NIST-identificatie 4 of 9) en de pink (NIST-identificatie 5 of 10).