Betekenis van:
pisang

pisang
Zelfstandig naamwoord
  • vreemd persoon
"Dat is maar een rare pisang, hoor."
pisang
Zelfstandig naamwoord
  • slachtoffer
"Zo werd hij de pisang."
pisang (de ~ | meervoud pisangs)
Zelfstandig naamwoord
  • vrucht; banaan
"een rare pisang"
"de pisang zijn"

Synoniemen

Hyperoniemen

pisang
Zelfstandig naamwoord
  • /:banaan