Betekenis van:
prooi

prooi (de ~ | meervoud prooien)
Zelfstandig naamwoord
  • nagejaagd dier
"een prooi besluipen"

Synoniemen

Hyperoniemen

prooi (de ~ | meervoud prooien)
Zelfstandig naamwoord
  • iemand getroffen door de omstandigheden; slachtoffer; slachtoffer
"een prooi van de [zee/vlammen/..]"
"ten prooi zijn/vallen aan"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

prooi
Zelfstandig naamwoord
  • dat wat door een dier wordt buitgemaakt

Voorbeeldzinnen

  1. Soorten die niet samen passen, bijvoorbeeld roofdieren en hun prooien, of dieren die verschillende eisen stellen aan hun milieu, dienen niet in hetzelfde vertrek en, in het geval van roofdier en prooi, niet binnen elkaars gezichts-, geur- en gehoorveld te worden gehuisvest.
  2. Soorten die niet bij elkaar passen, bijvoorbeeld roofdieren en hun prooien, of dieren die verschillende eisen stellen aan hun milieu, mogen niet in dezelfde ruimte en, in het geval van roofdier en prooi, niet binnen elkaars gezichts-, geur- en gehoorveld worden gehuisvest.
  3. Om de energiestromen in voedselketens te meten, moeten geschikte indicatoren worden ontwikkeld ter beoordeling van de prestaties van de belangrijkste processen tussen predator en prooi, die een indicatie geven van de levensvatbaarheid op lange termijn van onderdelen van de voedselketen waar zij deel van uitmaken, op basis van de ervaring in bepaalde subregio’s met het selecteren van geschikte soorten (bijvoorbeeld zoogdieren, zeevogels).